Disponibel

Als kind wist ik het al. Het is niet ok om uit te sluiten. Iedereen hoort erbij en voor alles is er plaats.
Als we dat niet doen is dat niet eerlijk. Vanuit dat ‘weten’ heb ik me sterk gemaakt voor van alles en nog wat en toen ik naar school ging kwamen daar veel iemanden bij. Groepsgenoten die ‘erbij’ gehouden moesten worden en onderweg naar huis ‘leerde’ ik anderen over erbij horen. Naarmate ik ouder werd groeide mijn mogelijkheden om inclusief te leven, voor alles en iedereen aanwezig te zijn. Klinkt goed he?!

Niet dus. Door alles in te sluiten kon het namelijk gebeuren dat ik iets uitsloot. Het belangrijkste dat werd uitgesloten was mijn gevoel. Er ging een deksel op, niet voelen helpt als je alles wilt insluiten? Wat ook belangrijk is, ik sloot uitsluiten uit. Dat kan natuurlijk helemaal niet. Probeer maar eens tegen alles ja te zeggen. Dat gaat niet lukken, de tijd is te klein en je agenda te krap. Geloof me; ik heb geprobeerd harder te lopen, sneller te eten, minder te voelen en vooral veel te vinden. Oeps, weer een, oordelen zijn een vorm van uitsluiten. Mijn oordeel sluit nieuwsgierigheid uit en maakt dat ik belangrijker (b)lijk dan de ander.
Ben jij al nieuwsgierig waar dit naartoe gaat? Ik ben op z’n minst benieuwd.

Als systemisch werker heb ik geleerd dat er voor alles Plek is. Ook voor geen plek of liever gezegd niet deze plek. Ik neem je even mee naar het schoolplein, basisschool, de kinderen spelen buiten en Jan zegt tegen Henk dat hij niet mee mag doen. Henk draait zich om en loopt naar een volgend groepje. De hulpmoeder die de ‘buitensluiting’ heeft gehoord vindt er wat van. Is Jan nou helemaal gek geworden? Ze spreekt Jan erop aan en roept Henk erbij: “Jullie gaan samen spelen”, sommeert ze. Zowel Jan als Henk kijken haar verontwaardigt aan, “ik kan niet met hem spelen, hij heeft me pijn gedaan”, zegt Jan en Henk: “ik kan niet met hem spelen, ik heb nog geen sorry gezegd”. De kinderen hebben feilloos door dat hun akkefietje nog ‘een plekje’ moet krijgen en dat daarvoor ruimte nodig is, in tijd en op het schoolplein. In het kinderbrein hoort het er allemaal (nog) bij, oefenen met de ruimte, de eigen plek, de volgorde van en de balans op orde brengen. 
Onderweg naar onze volwassenheid leren we hierop bij en ook niet onbelangrijk leren we hierop af. Afhankelijk van onze ervaringen en hoe we hiervan leren maken we patronen aan waarmee we oplossen/plek geven, volgorde maken en balans bepalen.

Even terug naar mijn kindertijd, Disponibel werd een belangrijk woord in mijn leven. Het betekent zoiets als beschikbaar zijn. Ik nam me (onbewust) voor ‘altijd beschikbaar’ te zijn, flexibel, grenzeloos en maakte veel ruimtes (in mij) waarmee dat ook gefragmenteerd kon.
Prachtige kwaliteiten heb ik aan die tijd overgehouden waar ik nu iedere dag mijn voordeel mee doe. Die kwaliteiten waren echter een tijd niet beschikbaar, ik ging namelijk out. Door altijd beschikbaar te zijn had ik geen oog meer voor mijn behoeften, gek he die sloot ik uit, daar was ik niet beschikbaar voor en een poosje niet beschikbaar door.

In de afgelopen 20 jaar heb ik geoefend met in- en uitsluiten. Deze week gebeurde er iets waardoor ik dat zomaar ineens weer helemaal kon insluiten. Een JA tegen mij is een NEE naar buiten en als je dat doet in verbinding met de ander sluit je in, ook jezelf.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s